Pagina's

Den Haag 2017




Den Haag 2017


We hadden gepland om zondag 8 oktober al zeer vroeg actief te zijn en te vertrekken naar Den Haag. Te laat blijven plakken op het bal van de burgemeester - Luc Bouckaert - uit Hemiksem tussen vele oud-bekenden resulteerde later wakker en met kleine oogjes. Het werd 10 uur, maar het verkeer liet toe om nog voor 12 uur de zuidelijke skyline van Den Haag te kunnen bewonderen.



Het was ook al direct duidelijk dat Piet Mondriaan de meest beroemde persoon uit de geschiedenis is van deze stad en ...




 ... wereldstad New York de Hollanders wat ideeën teruggaf voor de nieuwbouw.
    



Ons hotel Babylon was er ook een voorbeeld van. 



Den Haag wordt overstelpt met straat en park sculpturen, alle het fotograferen waard, 




maar verder ook een typische Nederlandse fietsstad met vele accenten die verwijzen naar het schilderachtige verleden. 




In de straten wordt geen vierkante meter onbenut gelaten om een gezellig terrasje aan te maken en kunstzinnige harten spreiden hun fantasie overal uit. 









Geld maakt niet gelukkig tot tevredenheid van deze munten die rustig het voetpad bedekken, in strikte harmonie met elkaar.


Al direct in volle zonneschijn een marktje, weelderig met kunst en antiek. Op dit bronzen kopstuk waren we direct verknocht. We namen de verbeelding van onszelf met KK3 mee naar huis.







Oh, kijk nou! Ietwat verder toch wel EEN MUUR zeker en ja hoor, met een saté kroket. Heerlijk !!!!!!!!!!



Het leek wel of de beelden nabij vertelden hoe ongezond zo'n kroket wel is. 




Verrassend, maar op een gewone zondag waren alle winkels open.




Zitbanken en afvalbakken waren ook kunstig geïnspireerd.



Hey! Een Vlaming op affiches.




De Passage is mooi belicht maar lijkt verder wel een afkooksel van onze Koninklijke galerij in Brussel.






Hey! Plaatselijke 3-D kunst



Ook heel wat authentieke gebouwen die door de handel werden ingepalmd.




Zelfs in de kerken worden etentjes aangeboden en kunnen evenementen georganiseerd worden.




Buiten multicultureel en steeds gezellig keuvelen. 



Oppassen voor trams en fietsers. Zij rijden quasi over je tenen. 





Zo rond etenstijd duikt plots een hallal visrestaurant op. Prachtig verzorgd en lekkere gebakken sardientjes.


 


Nog wat leuks richting hotel en einde van onze eerste dag.  








Vrij vroeg bed in omdat het dansen tijdens het bal gisterenavond nog in de benen zat en de ochtend van dag 2 vroeg uit de veren. 


We ontdekten pas nu dat hotel Babylon vlak naast het totaal hernieuwd centraal station gelegen is. Dat moeten we zeker morgen even bezoeken.




De bijzondere aandacht voor Piet Mondriaan liep in de stad maar tot einde september. We zijn een beetje te laat dus. 

https://www.gemeentemuseum.nl/sites/default/files/styles/full_width_768x2/public/images/Tentoonstellingen/Vaste%20tentoonstellingen/Mondriaan%20%26%20de%20Stijl/Mondriaan%20jaar%202017/Piet%20Mondriaan/Piet%20Mondriaan%20-%20Victory%20Boogie%20Woogie%20%28%201942-44%29.jpg?itok=rNBChUJJ
 Piet Mondriaan [1872-1944]  Victory Boogie Woogie, 1942-1944 Olieverf, tape, papier, houtskool en potlood op doek 127,5 x 127,5 cm  Gemeentemuseum Den Haag. Bruikleen Instituut Collectie Nederland/Ministerie van Onderwijs, Cultuur en WetenschappenPiet Mondriaan [1872-1944]  Victory Boogie Woogie, 1942-1944 Olieverf, tape, papier, houtskool en potlood op doek 127,5 x 127,5 cm  Gemeentemuseum Den Haag. Bruikleen Instituut Collectie Nederland/Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Daarom wandelen we door het Zuiderpark met zijn bijzonder mooie hertenkudde en verder via de "wereld-politiekers-laan" richting Madurodam 
(30 minuten wandelen). 







Het verhaal van de Joodse familie Maduro is indrukwekkend. (lees het totale overzicht op het einde) De tak van George Maduro woonde in Curaçao ... 




...en kwam in 1926 terug naar Nederland. Na de opleiding van George startte WOII en werd hij ingelijfd als officier.
Afbeeldingsresultaat voor george maduro


Bijzonder is dat hij steeds op kop liep tijdens uit te voeren aanvallen en hij eigenhandig het huis Dorrepaal in 1940 heroverde van de Duitsers. 


http://www.joodserfgoeddenhaag.nl/wp-content/uploads/2015/10/huis-Dorrepaal-5.jpg
  
Spijtig dat de overmacht hem later gevangen nam en naar een werkkamp stuurde waar hij enkele weken voor de bevrijding overleed. Postuum ontving hij de meest voorname medaille voor zijn betoonde moed en zijn vader richtte na de oorlog Madurodam op ter nagedachtenis en om de naam van zijn zoon te vereeuwigen.





Madurodam is zeer mooi opgebouwd en toont een overzicht van verleden en huidige bouwkunst en technologie.  












Vooral de weergave van een processie en ook van vliegtuigen die taxieën op de luchthaven Schiphol zijn indrukwekkend. 



Afbeeldingsresultaat voor madurodam schiphol


Zelfs Lange Nek van de Efteling konden we tussen een groene vlakte terugvinden. Zijn hoofd ging effectief op en neer. 


Was er natuurlijk ook nog de tulpenkwekerijen met echter serres met weerspiegelende wanden. 



Nederland zou Nederland niet zijn als men geen aandacht had voor het Nederlands elftal. Ook al zijn ze actueel uitgeschakeld voor het WK 2018 in Rusland. In gedachten is men nog op het EK in 1988.



Afscheid van een knap staaltje talent om Madurodam zo uit te bouwen.


Eerste confrontatie met een heuse 3D printing





Terug buiten het domein ontdekten we een standbeeld van Albert Plesman. Een beetje verstopt, maar blijkbaar een Nederlandse luchtvaart pionier en de eerste president-directeur van de KLM.


Wat staat die daar een beetje verstopt te zijn???

Verder doorwandelen naar het strand van Scheveningen. Ook een plek van mooie gebouwen en kunst op straat. 






De nabijheid van de kust wordt voelbaar.





 Zeker wanneer we langs het Kuur hotel het strand op kunnen. 








Een beetje verder naar rechts is er Sealife  en staan er ook een aantal grappige verbeeldingen.



 




Het leek wel Hannah en Lilly aan één kant en aan de andere kant Jasmine, een beetje woedend boos.  








Gelukkig was er nog Pinokkio om vrolijk af te sluiten. 



Woeps een zeemeermin om niet aan te weerstaan. Hetzelfde gold voor het terrasje wat verderop. 100% genieten. 




 





Daarna verder langs het strand naar OP en IN de pier van Scheveningen. 



Afbeeldingsresultaat voor nieuwe pier scheveningen










Dan richting de Belgische Wijk. Precies een appartementenblok zoals de gerenoveerde aan Antwerpen Zuid en ook hier weer modern Mondriaan vermengd met Engels klassiek.





Eens door de Gentsestraat en een aantal mooie huisjes met tuin, passeerden we het Belgisch Plein.
  




Ook nog een klein half uur door het Belgische park. 



Terug in Den Haag naderden we het centrum van een andere zijde. Plots een gangetje met een smal steegje waarin brievenbussen bewezen dat er meerdere woningen in waren. 





Op zoek naar een geschikte aanbieding voor ons diner troffen we een Argentijns restaurant dat grill specialiteit aanbood. Mixed steaks, salades en natuurlijk frietjes.







Na zulke smulpartij was het al donker buiten. Genieten dan ook van de verlichting en zachtjes aan terug richting hotel.









Een leuk ontbijt en dan alvast uitchecken.
 




De weinige bagage alvast in de wagen en dan zoals gepland een directe entree in het Centraal Station.



 






 


We besloten om onze laatste dag enkel nog aan een andere zijde van het centrum door te brengen. Niet meer langs Delft, dat wordt een reisje voor later.  Al flanerend kwamen we aan het Binnenhof. In eerste onwetend waar dat voor stond.





 Stonden er voor een bepaalde deur wat mensen achter een rij hekken. Eén zelfs met een camera. 


Op korte termijn kwamen er meer camera's en blijkbaar ook journalisten bij. "Wat staat er hier te gebeuren?" Gisterenavond zagen we op het NPO-nieuws nog dat na 208 dagen op basis van een akkoord een nieuwe regering kon gevormd worden. Mark Rutte, opnieuw premier, kwam binnen enkele minuten naar buiten om een korte verklaring aan de pers af te leggen. Dat moest lukken!

Binnenhof stond voor de residentie van de Tweede Kamer. Ach ja!Nu wisten we dat weer. Plan werd om hem met een Belgische hand proficiat te wensen voor het behaalde resultaat. De langste tijd voor het vormen van een regering stond op 208, (Van Agt 1988). Evenaring, maar geen langere periode.  





We hebben een meer uitgebreid filmpje opgenomen, maar dat is te zwaar om op blogger te plaatsen. 


Het Binnenhof wordt bewaakt door Willem II sinds 1853. 



Verderop staat het Koninklijk Paleis. De vlag hangt alleen aan de mast wanneer Alexander aan het werk is. Nu was hij met zijn vrouwtje Maxima op bezoek in Portugal. Dus geen vlag. Bewaker hier is prins Willem den Eersten.  






Je Maintiendrai als koninklijke spreuk verwijst noch naar het Franse verleden.  We moesten verder langs kunstzinnige etalages tot om de hoek voor de ingang van het paleis. We hadden nog graag de tuinen doorwandeld.






Langs hier mochten we er niet in. De politie liet ons nog een hoekje wandelen. 





Even een fotootje over de omheiningsmuur en wat verder konden we de prinsentuin in. Ondertussen een gewoon park, doorlopend voor elke bezoeker. 









De woning van de Koninklijke Marechaussee was fraai en keurig militair. 



In je fantasie zie je ze nog patrouilleren en staan in hun wachthuisje.  

Afbeeldingsresultaat voor de koninklijke marechaussee in 1830


Ondertussen kennen we Den Haag en wordt wandelen naar het centrum een fluitje van een cent.  




Door de Bijenkorf lopen, de Innovation van Den Haag, toonde een decoratief samenspel van licht en diepte.





Voor een late lunch kon enkel Colonel Sanders ons verleiden met een lekker kippengerecht.





Tijd om naar de garage te wandelen. Nog even langs een andere kant van de stad. 




Vlotjes de garage uit, eerste straat rechts en alsmaar rechtdoor tot vlotjes in Antwerpen en verder naar huis.


Einde van een kort bezoek aan een fraaie stad. Om trots op te zijn. 

<><><><><><><><><><>

George Maduro


George John Lionel Maduro (Willemstad (Curaçao), 15 juli 1916 - Dachau (Duitsland), 9 februari 1945) was een Nederlands student die zich tijdens de Meidagen van 1940 als officier der Nederlandse cavalerie onderscheidde in de Slag om de Residentie. Na de capitulatie sloot hij zich aan bij het verzet. De miniatuurstad Madurodam is naar hem genoemd.
Maduro werd geboren op Curaçao als enige zoon van de Sefardisch-Joodse Joshua Maduro en Rebecca Levy.[In 1926 werd hij naar Den Haag gestuurd, waar hij naar de 5de en 6de klas van de lagere school ging en daarna naar het gymnasium. In 1934 ging hij in Leiden rechten studeren. Bij Koninklijk Besluit nummer 30 van 21 november 1939 werd Maduro benoemd tot reserve-tweede luitenant bij de Cavalerie.

Tijdens de meidagen van 1940 was hij in Den Haag gelegerd als reserveofficier bij de Huzaren. Onder zijn leiding werd de door de Duitsers bezette Villa Leeuwenbergh bij Leidschendam veroverd, en werden Duitse parachutisten krijgsgevangen gemaakt. Toen het Nederlandse leger had gecapituleerd, werd Maduro als krijgsgevangene opgesloten. Hij was even op vrije voeten, maar hij werd weer opgepakt en opgesloten in de gevangenis van Scheveningen (Oranjehotel). Toen hij na een half jaar werd vrijgelaten, hadden de Duitsers voor Joden het dragen van de Jodenster verplicht gesteld. Maduro weigerde de Jodenster te dragen en dook onder. Voor het huis aan de Frederik Hendriklaan 111, een van zijn onderduikadressen, ligt nu een Stolperstein
In september 1943 vertrok hij met Oncko Wttewaall van Stoetwegen naar België om vanuit daar naar Spanje te reizen. Onderweg werden zij verraden en hij werd opnieuw opgepakt, ditmaal door de Gestapo. In de gevangenis van Saarbrücken ondernam hij twee pogingen om te ontsnappen met Oncko. De eerste keer mislukte door het uitgraven van gevangenen. De tweede keer doordat ze bij de poort gepakt werden. Later werd hij overgebracht naar het concentratiekamp Dachau. Vlak voor de bevrijding van het kamp door Amerikaanse troepen, overleed Maduro op 28-jarige leeftijd.

Op 9 mei 1946 werd Maduro postuum de Ridder 4e klasse der Militaire Willems-Orde toegekend, omdat hij zich tijdens de Meidagen heeft onderscheiden met een persoonlijk geleide aanval op een Duitse stelling bij Villa Leeuwenbergh (tegenwoordig Buitengoed Dorrepaal) in Leidschendam. Hij is de enige Nederlander van Antilliaanse afkomst die deze onderscheiding heeft ontvangen. In 2016 werden de bijbehorende versierselen aan zijn familie overhandigd.

Na de Tweede Wereldoorlog hebben de ouders van George Maduro het startkapitaal beschikbaar gesteld voor een miniatuurstad, Madurodam geheten, die in 1952 in Den Haag werd geopend. Madurodam wordt door de familie beschouwd als monument voor hun enige zoon. Sinds 1993 is in Madurodam bij de entree een schaalmodel van het geboortehuis van Maduro te zien. Het echte huis, in Palladianistische stijl, dateert uit 1895.
Naast de maquette van het huis is een plaquette bevestigd, met de tekst: In hem eert Nederland zijn oorlogshelden uit de strijd 1940-1945. Ook van Villa Leeuwenbergh bevindt zich een maquette in Madurodam.
Over zijn leven werd in 2002 een documentaire gemaakt door Alfred Edelstein (1957) en Frits van Veenendaal met daarin een exclusief interview met koningin Beatrix die tot haar inhuldiging in 1980 de eerste burgemeester van Madurodam is geweest. Deze film getiteld 'Madurodam, monument met een glimlach' is uitgezonden door de AVRO-televisie.
Op 15 juli 2016 is in Madurodam zijn 100e geboortedag herdacht. Kathleen Brandt-Carey schreef ter gelegenheid hiervan een biografie: Ridder zonder vrees of blaam. Het eerste exemplaar ervan is overhandigd aan een van zijn nabestaanden, George Maduro Alvarez-Correa. Tevens is er een monument onthuld, ontworpen door kunstenares Jikke van Loon.

Mark Rutte



https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/6/61/Portret_rutte.jpg



Mark Rutte (Den Haag, 14 februari 1967) is een Nederlands politicus. Sinds 14 oktober 2010 is hij minister-president van Nederland en minister van Algemene Zaken. Op 5 november 2012 werd zijn tweede kabinet, kabinet-Rutte II, beëdigd. Hij is tevens politiek leider van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD).
Na een gymnasiumopleiding in zijn geboortestad Den Haag (Maerlant-Lyceum) volgde Rutte vanaf 1985 een geschiedenisstudie aan de Rijksuniversiteit Leiden, die hij voltooide in 1992.[1] Ook was hij van 1988 tot 1991 voorzitter van de JOVD. Na zijn studie werkte Rutte gedurende tien jaar bij het levensmiddelenbedrijf Unilever op de afdeling personeelszaken en zat hij enige jaren in het partijbestuur van de VVD.
In 2002 stapte Rutte over van het bedrijfsleven naar de landelijke politiek. Hij was staatssecretaris van Sociale Zaken en vervolgens van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het eerste en tweede kabinet-Balkenende; tussen deze kabinetten in was hij nog kortstondig Tweede Kamerlid. Rutte verruilde in 2006 zijn staatssecretariaat voor het fractievoorzitterschap in de Tweede Kamer om zo als lijsttrekker zijn partij te leiden bij de verkiezingen van dat jaar. Die mondden uit in een nederlaag voor de VVD, waarna Rutte als leider van de fractie in de Tweede Kamer bleef. Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2010 werd de VVD onder leiding van Rutte met 31 zetels de grootste partij en werd het kabinet-Rutte I gevormd, bestaande uit de VVD en het christendemocratische CDA, gedoogd door de PVV. Nadat de PVV in april 2012 haar gedoogsteun opzegde, werd het kabinet demissionair en trad af op 23 april 2012.
Bij de verkiezingen in 2012 wist Rutte de VVD naar 41 zetels te leiden, een recordaantal voor de partij en voldoende om opnieuw als winnaar de kabinetsformatie in te gaan. Na onderhandelingen met de tweede partij in de Tweede Kamer, de PvdA, werd op 5 november 2012 het kabinet-Rutte II beëdigd.



Historiek Den Haag

Oudheid en Romeinse tijd



 
Situatie in de tweede eeuw ad. Een gebied tussen de Rijn en Maasmonding.


Romeins fort bij Ockenburgh
In het Haagse gebied woonden al vroeg mensen, lang voordat er sprake was van een dorp met de naam Den Haag. De oudste archeologische vondsten gedaan in de omgeving van het Binnenhof dateren uit circa 3000 v.Chr.; zo werd in 1912 bij de bouw van Hotel Central aan de Lange Poten, nu onderdeel van het Tweede-Kamercomplex, een gave vuurstenen vuistbijl gevonden, waarvan de gebruikers ingedeeld kunnen worden bij de Vlaardingencultuur.In de omgeving van de Grote of Sint-Jacobskerk en op het Lange Voorhout, zijn akkerlagen gevonden die dateren uit de Bronstijd.Ook aan de Van Hogenhoucklaan in de wijk Benoordenhout werden sporen gevonden uit de Bronstijd en de periode die daarop volgde, de IJzertijd. Er werden op die plek aardewerkscherven aangetroffen uit de Hilversumcultuur en akkersporen uit de IJzertijd.
Rond het begin van de jaartelling werd het kustgebied bij Den Haag bewoond door de Germaanse stam der Cananefaten; het gebied tussen de monding van Maas en Rijn was toen een deel van Germania Inferior, het noordelijkste deel van het Romeinse Rijk op het Europese vasteland. In de 2e eeuw na Chr. lag er in de duinen aan de zuidrand van het (huidige) Den Haag een klein Romeins fort met een bijbehorende nederzetting, de zgn. Vicus van Ockenburgh. Dit fort lijkt te zijn gebruikt van het jaar 150 tot ca. 180 na Chr. en had een rol in de verdediging van de kust tegen invallen van plunderaars vanuit zee. Ockenburgh is de grootste vindplaats van Romeinse resten in Den Haag; er werd al in de late jaren 1920 archeologisch onderzoek verricht. Ook bij de Scheveningseweg heeft mogelijk een Romeins fort gestaan. Bij opgravingen langs die weg in de jaren negentig werden sporen van bewoning gevonden, die dateerden uit de periode tussen het einde van de 2de eeuw na Chr. en 240 na Chr. De vondsten kwamen overeen met die van een vicus in de nabijheid van een (bescheiden) fort. Het fort zelf werd op die plek niet aangetroffen. Dit fort stond waarschijnlijk via een weg in verbinding met het Forum Hadriani, de grootste Romeinse stad in deze regio, gelegen in het huidige Voorburg. In 1997 werden in de wijk Wateringse Veld vier Romeinse mijlpalen aangetroffen en de sporen van een Romeinse weg. De palen zijn gewijd aan vier verschillende keizers en beslaan gezamenlijk een periode van iets minder dan honderd jaar. De oudste paal dateert uit 151 na Chr. en is gewijd aan Antoninus Pius en de meest recente paal, gewijd aan Gaius Decius, is geplaatst in 250 na Chr. De vondst geeft aan dat in elk geval in 250 na Chr. de Haagse regio nog steeds bevolkt was en onder onvloed van de Romeinen stond. Aan de Lozerlaan, ter hoogte van de Erasmusweg in zuidoost Den Haag, was vanaf het eind van de 1ste eeuw tot in de 3de eeuw een inheems-Romeinse nederzetting. Daar bevond zich tevens een cultusplaats.

Middeleeuwen

Vroege Middeleeuwen

Over de geschiedenis van Den Haag in de Vroege Middeleeuwen zijn bijna geen gegevens voorhanden. Toch is het duidelijk dat er in die tijd mensen in het gebied leefden. In de Solleveld duinen en Ockenrode in het zuiden van Den Haag werd een Merovingisch grafveld uit de 6e–7e eeuw aangetroffen, met daarin onder meer een wapengraf en een graf met de vorm van een boot, waarvan de wanden met scheepshout bekleed waren. Een nederzetting uit de 6e-8e eeuw in de omgeving van de Johan van Oldenbarneveltlaan en het Frankenslag, alsmede een nederzetting uit de 9e-10e eeuw aan de Ereprijsweg ter hoogte van natuurgebied Wapendal, zijn tot heden de enige andere gevonden sporen van bewoning in deze tijdsperiode.

Hoge Middeleeuwen


Het grafelijk kasteel met ridderzaal en hofkapel, te Den Haag, in ca. 1280. Reconstructie door Cornelis Peters.
Ten tijde van de Hoge Middeleeuwen werden de fundamenten voor de huidige stad gelegd. Over het ontstaan zelf is niet veel bekend. Graaf Floris IV van Holland kocht even vóór 1230 een zogenaamde 'Hof' welke had toebehoord aan een zekere vrouwe Meilendis. De koopakte is niet bewaard gebleven, maar wel een akte van 15 november 1229, waarin heer Dirk van Wassenaer zijn bezit van de rechtspraak over het hof van wijlen vrouwe Meilendis, verkoopt aan graaf Floris IV, inclusief alle aanwezige “mannen en hoevenaars”.Overigens wordt in de akte niet over een specifieke locatie gesproken. Dat het hier om het gebied rondom het huidige Binnenhof moet gaan, is door historici afgeleid uit de combinatie met andere gegevens uit die tijd. Zo wordt geconcludeerd dat vrouwe Meilendis directe familie van Dirk van Wassenaer moet zijn geweest, aangezien het om haar nalatenschap ging, welke logischerwijs door haar erfgenaam werd verkocht. Meest waarschijnlijk was zij de weduwe van de vader van heer Dirk, Filips van Wassenaer. In opdracht van Floris IV wordt in de navolgende jaren (1230-1234) zijn hof in Loosduinen omgebouwd tot abdij met daarbij een nieuw gebouwde abdijkerk, welke verrijst in een bouwstijl die is geïdentificeerd als een vroege fase van de Scheldegotiek. Deze stijl is eveneens toegepast op het nieuwe grafelijke kasteel ter plaatse van wat later het Binnenhof zal gaan heten.
In 1948 werd het 700-jarig bestaan van Den Haag gevierd omdat Floris' opvolger, graaf Willem II, in 1248 zou zijn begonnen om dat eerste grafelijke verblijf om te bouwen tot een als bestuurscentrum bruikbaar kasteel, het Binnenhof. Willem overleed in 1256, voordat zijn residentie gereed was, maar zijn zoon Floris V zorgde ervoor dat de Ridderzaal voltooid werd, en voorzien van een verguld dak en torenspitsen. Rond het Binnenhof is later het dorp Den Haag ontstaan. De naam 'Haga' komt voor het eerst voor in een oorkonde van de graaf uit 1242.

De Ridderzaal en het Binnenhof werden versterkt, maar het dorp eromheen kreeg nooit stadsrechten, al bleef Den Haag residentie van de graven van Holland en hun opvolgers. Den Haag kon groeien als compromis tussen de Hollandse steden, maar diezelfde steden zorgden ervoor dat Den Haag geen vestingstad werd. De oppervlakte van Den Haag was aanzienlijk en omvatte behalve het dorp Die Haghe ook Haagambacht bestaande uit het vissersdorp Scheveningen, het Maria-bedevaartsoord Eikenduinen (thans begraafplaats Oud Eik en Duinen tussen Den Haag en Loosduinen), Halfloosduinen en de heerlijkheid Nieuwveen, dat thans Nootdorps grondgebied is.

Late middeleeuwen

“De Vispartij”, een tekening uit ca. 1420, wordt tegenwoordig toegeschreven aan Jan van Eyck. Het werk geeft op de achtergrond waarschijnlijk het Binnenhof weer. Indien dit waar is, is het de oudste afbeelding van Den Haag. (Collectie Louvre, Parijs)
Ten tijde van de Late middeleeuwen begint dankzij de aanwezigheid van het grafelijke hof een gestage groei van de bevolking van Den Haag. Al zeker omstreeks 1400 telde Den Haag enkele duizenden inwoners, waardoor het in feite eerder een stad dan een dorp was. Na een aanvankelijk houten dorpskerk, die werd gebouwd in de dertiende eeuw, volgde in de veertiende eeuw een grote stenen kerk, die in de vijftiende eeuw verder werd vergroot, waardoor deze de omvang van een stadskerk kreeg, met een 92,5 meter hoge kerktoren.

Graaf Willem III van Holland gaf Den Haag in 1334 toestemming voor een eigen jaarmarkt. In 1345 werd Den Haag door een kanaal, de Haagvliet, verbonden met de Vliet, hetgeen zorgde voor een waterverbinding met Delft en Leiden. Hierdoor kon de handel verder groeien. Onder de regering van Hertog Albrecht van Beieren kreeg Den Haag een aantal belangrijke stedelijke rechten. Zo mocht het dorp vanaf 1370 een eigen rechtbank hebben en voortaan haar eigen keuren (verordeningen) vaststellen. Tevens mochten de inwoners zich vanaf dat jaar burgers noemen, een typisch stedelijk voorrecht. In 1391 verleent de graaf toestemming om een eigen vroedschap te kiezen en er mag een lokaal bestuur worden gevormd onder voorzitterschap van de baljuw.


Plan uit ca. 1530 voor ommuring van Den Haag. Werd niet uitgevoerd.
Niet alleen ontwikkelde Den Haag zich in haar lokale bestuur, ook andere aspecten van een stedelijk karakter ontstonden. Zo stichtte Graaf Albrecht eind veertiende eeuw de Sint-Jorisschutterij, in de vijftiende eeuw gevold door de Sint-Sebastiaansschutterij. Zij hadden aanvankelijk militaire- en politietaken, maar zouden in later eeuwen steeds meer het karakter van chique sociëteiten krijgen. Ook in economisch opzicht was Graaf Albrecht een belangrijke figuur in de Haagse geschiedenis, doordat hij in 1373 tolvrijheid verleende, hetgeen inhield dat Haagse kooplieden in Holland voortaan nergens tolgeld hoefden te betalen. Er ontwikkelde zich een lakennijverheid en andere typisch stedelijke nijverheden, gevolgd door hun vakorganisaties, de gilden. En, hoewel officieel niet toegestaan door de Staten van Holland, werden er enkele bierbrouwerijen opgericht, met steun van het stadsbestuur. Niet alleen ambachtslieden en handelaars vestigden zich in Den Haag; het grafelijk hof trok ook edellieden en enkele kunstenaars aan. De hogere klassen vestigden zich vooral rondom het Lange Voorhout, waar zij aanzienlijke woningen bouwden. Men trof, soms versterkte woningen aan, waaronder die van de adellijke geslachten Van Borssele, Van Brederode, Van Brunswijk, Van Egmont, Van IJsselstein, Van der Mark, Van Montfoort en Van Wassenaer.[17] Een van de eerste bekende kunstenaars die door het hof werd aangetrokken, was de schilder Jan van Eyck. De regerende graaf van Holland, Hertog Jan van Beieren, haalde hem naar zijn Haagse residentie rond 1420, waar hij Van Eyck aanstelde als zijn hofschilder.
Het hofleven leverde Den Haag incidenteel ook pracht en praal op. Nadat Hertog Karel de Stoute, die heerste over grote delen van de Nederlanden en Bourgondië, de in 1467 overleden Filips de Goede opvolgde als Graaf van Holland, liet hij zich op 21 juli 1468 inhuldigen in Den Haag. De hertog had een gevolg van 250 personen bij zich en de Haagse herbergen waren dan ook overvol. Vertegenwoordigers van 21 Hollandse steden kwamen in de Ridderzaal hun eed van trouw aan de nieuwe landsheer zweren. Op zijn beurt bevestigde de hertog de rechten en vrijheden van een aantal steden. Ook 10 kleine plaatsen uit Westfriesland hadden vertegenwoordigers gestuurd, misschien hoopten zij op nieuwe gunsten. Daarnaast kwamen er 56 edellieden, elk met hun gevolg, alsmede 11 baljuws van Hollandse- en Wesfriese baljuwschappen. Karel de Stoute hoorde, gekleed in vol ornaat, klachten aan van een ieder die zich bij hem aanmeldde en ontving vele verzoekschriften, die hij meestal doorverwees naar een van zijn vele ambtenaren. Op 22 juli vertrok de hertog om in Haarlem nogmaals te worden gehuldigd en enkele andere steden te bezoeken. Op 28 juli keerde hij terug in Den Haag voor enkele ontvangsten, waarna hij op 30 juli vertrok naar Brussel.
Een stad placht in die tijd een verregaande mate van zelfbestuur te hebben, maar de graven van Holland (en later hun opvolgers, de hertogen van Bourgondië en de Habsburgers) verkozen het om het in hun eigen residentie zelf voor het zeggen te blijven hebben. De baljuw, door hun aangesteld, bleef voorzitter van het lokale bestuur, hoewel er een steeds grotere mate van autonomie ontstond. Dat Den Haag, ondanks haar belang als bestuurscentrum en ondanks de aanzienlijke groei van haar bevolking en economie, niet alle stadsrechten ontving, bracht gevaren met zich mee. Zo ontbraken verdedigingswerken geheel. Vanaf het platteland kon iedereen ongehinderd de Haagse straten binnenlopen. Aan het eind van de langdurige Hoekse en Kabeljauwse twisten werd Den Haag, niet beschermd door wallen en singels, in juli 1479 ingenomen en geplunderd door Wolfert VI van Borselen en Reynier van Broeckhuysen. In 1489 werd Den Haag wederom het slachtoffer van deze twisten, toen Frans van Brederode tijdens de naar hem vernoemde Jonker Fransenoorlog met zijn troepen plunderend door Holland trok en Den Haag brandschatte. Ondanks de roerige tijden was de bevolking van Den Haag verder gegroeid tot zo'n achtduizend zielen.


Den Haag rond 1570. Reproductie van een oudere kaart (Cornelis Elandt, 1658)
Ophaalbrug op de Haagse Wagenbrug

Vroegmoderne Tijd

Spaanse bezetting

In 1528 werd Den Haag overvallen door de Gelderse veldheer Maarten van Rossum. Nadat er door zijn manschappen plunderingen waren gepleegd in het dorp buiten het grafelijk kasteel, wist het dorp verdere schade te beperken door een brandschatting overeen te komen met de veldheer. Hierdoor werd afgekocht dat er ook brandstichtingen zou plaatsvinden. Desalniettemin was er toch sprake van behoorlijke schade, aangezien de soldaten niet zachtzinnig te werk waren gegaan. Veel zaken die geen verkoopwaarde hadden werden in de grachten geworpen. Dit lot trof vele documenten, waaronder de hofadministratie, maar ook historische stukken van de plaatselijke schutterij, die daardoor zijn oprichtingspapieren verloor. Rond 1530 werden plannen gemaakt om Den Haag te ommuren, maar deze zijn nooit uitgevoerd.
Ook tijdens de beginjaren van de Tachtigjarige Oorlog werd Den Haag genadeloos geplunderd en raakte het nagenoeg ontvolkt. Het Hof van Holland en de Hollandse Rekenkamer werden om veiligheidsredenen verplaatst naar Utrecht. In 1575 was de Hollandse oorlogskas bijna leeg. De Staten van Holland stelden daarom voor om het Haagse Bos te kappen, zodat door verkoop van het hout geld kon worden verdiend. Het dorpsbestuur was daar fel op tegen, omdat het bos een belangrijke aantrekkingskracht vormde voor de vestiging van het landsbestuur. Het was immers een exclusief jachtgebied. Door een aanzienlijke afkoopsom te betalen kon de vernietiging van het bos worden voorkomen. In 1576 werd in de Acte van Redemptie vastgelegd dat de Staten van Holland nooit meer een voorstel tot kap van het Haagse Bos zouden doen. De handtekening van stadhouder Willem van Oranje bekrachtigde het document.

De stad was het Spaanse hoofdkwartier tijdens het Beleg van Leiden (1573-1574). Aanvankelijk had het er in de jaren 1580 nog om gespannen of het verwoeste Den Haag weer zou worden opgebouwd; de machtige stad Delft wilde in haar directe omgeving de opkomst van een gevaarlijke rivaal liever verhinderen, mede omdat de stad Delft wenste dat de Staten-Generaal zich blijvend in Delft zou vestigen. Uiteindelijk werd toch tot wederopbouw besloten. Nadat de Staten-Generaal zich, in 1583, in de Noordelijke Nederlanden hadden gevestigd, kwamen zij aanvankelijk in Middelburg bijeen. Vanaf 1585 werd Den Haag de vergaderplaats en ook de stadhouder besloot zich hier te vestigen.

Den Haag krijgt burgemeesters

Tot 1559 werd het bestuur van Den Haag gevormd door een vroedschap (bestaand uit vierentwintig voorname burgers), een baljuw en een schout, die werden bijgestaan door zeven schepenen en een thesaurier. Op 16 november dat jaar gunde koning Filips II het recht om twee burgemeesters te hebben, die vanaf 1591 werden aangevuld door een derde. Ook krijgt het bestuur ondersteuning van een pensionaris. Aan het einde van de zestiende eeuw was er niet veel dat Den Haag nog deed verschillen van 'andere steden'. En, hoewel formeel nog steeds een dorp, ging het bestuur voortaan zelf spreken van de Den Haag als een stad. Het allerbelangrijkste voorrercht, een stem in de Staten van Holland, zou er echter nooit komen.

's Gravenhage in 1649 volgens Blaeu
In Kneuterdijk 22 huisde ooit het “Logement van de Vijf Steden”

Haagse Grachten

Tussen 1583 en 1600 werden er een aantal havens gegraven in de omgeving van het Spui, die functies kregen voor de overslag van vee, bier, wijn, hout, turf en het vervoer van personen met de trekschuit. Tijdens het Twaalfjarig Bestand maakte stadhouder Prins Maurits gebruik van de tijd, om zich te richten op het realiseren van een betere bescherming van Den Haag. In de de eerste decennia van de 17e eeuw werd de stad daarom omgeven door de zogenoemde singelsgrachten, die dienden als aanzet tot volledige vestingwerken. Men kon voortaan de stad beter beschermen door toepassing van ophaalbruggen, die elk werden bekroond met het Haagse stadswapen. Mogelijk was het overlijden van Prins Maurits in 1625, naast geldgebrek, een van de oorzaken dat deze vestingwerken nooit zijn voltooid. De groei van Den Haag zette niettemin door en in 1622 waren er 16.000 inwoners.

Ontwikkeling als regeringscentrum


Koning Karel II van Engeland, die in ballingschap leefde, bezocht in 1660 Den Haag om politieke steun te verwerven, en financiering te vinden, voor zijn pogingen om zijn positie te herstellen. Voor zijn vertrek werd op 30 mei een afscheidsbal gegeven.
In de 17e-eeuw eeuw zou de stad een belangrijke ontwikkeling doormaken als regeringscentrum van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In deze periode was reizen moeilijk en tijdrovend. De vele delegaties en afgevaardigden voor de Staten-Generaal richtten daarom hun eigen comfortabele logementen in. De grote steden, zoals Amsterdam en Rotterdam, hadden hun eigen logementen, maar de kleinere steden richtten gezamenlijke logementen in. Een goed voorbeeld was de samenwerking vanaf 1636 door de steden Alkmaar en Enkhuizen. In 1640 lieten zij aan de Hofsingel een gezamenlijk onderkomen bouwen en in 1665 verhuisden zij naar een nieuw logement aan de nabijgelegen Praktizijnshoek (de latere Hofweg), dat de naam De Twee Steden zou dragen. In de negentiende eeuw werd het gebouw verbouwd tot luxehotel dat op zijn beurt in de jaren 1950 werd afgebroken. De steden Edam, Hoorn, Medemblik, Monnickendam en Purmerend vestigden zich ook samen in een logement, dat zich aan de Kneuterdijk bevond en het Logement van de Vijf Steden werd genoemd.
Een voorbeeld van een gunstige ontwikkeling als gevolg van de groei als regeringscentrum was de aanleg tussen 1653 en 1667 van de Scheveningseweg, waardoor de verbinding met Scheveningen niet langer via kronkelende duinpaden liep. Het was een initiatief van Constantijn Huygens, die ook het ontwerp maakte voor deze geplaveide weg, een van de eerste in de Nederlanden. Langs de Vijverberg en het Lange Voorhout verrezen vele kostbare woningen waar zich regenten en kooplieden vestigden. In het kielzog van hof, overheid en politiek trokken vele arbeiders, ambachtslieden en kunstenaars naar Den Haag.

Ook de internationale politiek deed haar intrede in de stad, toen in 1603 het Vergelijk van Den Haag, een vredesverdrag, hier werd ondertekend. Het maakte een einde aan de jarenlange opstand van de stad Emden tegen de Graaf van Oost-Friesland. In 1661 wordt de Vrede van Den Haag gesloten, tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en het Koninkrijk Portugal. Als prijs voor deze vrede deed de Republiek afstand van Nieuw-Holland (Nederlands-Brazilië), ten gunste van Portugal, dat op haar beurt een schadeloosstelling aan de Republiek betaalde. Ook in de achttiende eeuw bleef Den Haag een centrum van internationale politiek. Verdragen uit de achtttiende eeuw die in Den Haag werden gesloten, waren:
Onderhandelingen en plechtigheden rondom internationale verdragen brachten politici en diplomaten uit vele landen naar Den Haag, die hier de lokale economie en het culturele leven verder deden opbloeien. Aan het eind van de 18e eeuw was het bevolkingsaantal opgeklommen tot ongeveer 40.000, waarmee dit "dorp" de op twee na grootste nederzetting van Nederland was geworden (na Amsterdam en Rotterdam). Door de aanwezigheid van het stadhouderlijk Hof, de Staten-Generaal en buitenlandse diplomaten en adel, had Den Haag een veel aristocratischer karakter dan de meeste andere Nederlandse steden. Maar er was een groot contrast tussen de aristocratische wijk rondom het Binnenhof en Voorhout en de meer volkse delen van het "dorp".

19e en 20e eeuw

Stadsuitbreidingen

Uitbreidingsplan van Berlage uit 1908
In 1834 werd Den Haag uitgebreid met het Rijswijkse gehucht 't Sluijsje, gelegen aan de zuidgrens van Den Haag, nabij het Rijswijkseplein. Toen station Hollands Spoor werd aangelegd, gebeurde dat aanvankelijk nog op Rijswijks grondgebied. Enkele jaren later zou in 1844 een stuk Rijswijks grondgebied worden geannexeerd vanaf het Rijswijkseplein. Het inwonertal van Den Haag was toen ruim 70.000. Omstreeks 1870 zou het aantal van 100.000 worden gehaald, en rond 1900, in de fin de siècle-tijd van Louis Couperus, telde de stad ongeveer 200.000 inwoners. Ten zuiden van de oude binnenstad ontstonden toen dichtbevolkte arbeiderswijken (Laakkwartier, Schilderswijk, enz.), terwijl tegen de duinkant nieuwe wijken voor de meer gefortuneerde burgers gebouwd werden: Statenkwartier, Duinoord, Archipelbuurt, enzovoort. In die tijd speelde Den Haag ook in kunstzinnig opzicht een belangrijke rol vanwege de schilders van de Haagse School. De explosieve groei van de Haagse bevolking zorgde ervoor dat op eigen grondgebied niet langer in nieuwe woningen konden worden voorzien. De stad was volgebouwd. Om toch in voldoende woningen te kunnen voorzien werd in 1907 een stuk land van de gemeente Wassenaar geannexeerd, ten behoeve van de aanleg van de wijk Benoordenhout. De voormalige gemeente Loosduinen werd in 1923 samengevoegd met Den Haag.
Gebouw van het voormalige Ministerie van Koloniën, gebouwd in 1859-1861, aan het Plein

Lokale economie

Stoom Brood- en Meelfabriek, Groenewegje, Den Haag
In de negentiende eeuw groeide met de omvang van de Nederlandse bevolking ook de nationale overheid. Er werden grote rijkskantoren gebouwd die het aanzien van Den Haag steeds meer gingen bepalen. Tegelijkertijd onderging ook Den Haag de Industriële Revolutie, die in Nederland laat op gang was gekomen. Er vestigden zich fabrieken zoals ijzergieterij en –pletterij Enthoven in 1823, meubelfabriek Pander in 1855, die naast meubels ook vliegtuigen bouwde, en Plateelbakkerij Rozenburg in 1883.
In de loop van de negentiende eeuw trok de vissersplaats Scheveningen geleidelijk meer toeristen, die vooral op het brede zandstrand afkwamen. Er werden imposante nieuwe hotels gebouwd als het Kurhaus, die vaak door voorname buitenlandse gasten werden bezocht. Hierdoor kreeg de badplaats een mondaine uitstraling. Ook het culturele leven, zowel dat van Scheveningen als Den Haag, profiteerde hiervan.

Tweede Wereldoorlog

Op 10 mei 1940 bracht het bombardement op de Nieuwe Alexanderkazerne, waarbij 66 militairen om het leven kwamen, de oorlog naar Den Haag. In de daarop volgende dagen werd er fel gevochten rond de vliegvelden in de omgeving van de stad. Het verzet door Nederlandse troepen was echter te groot en de doelen van de aanvallen, een snelle inname van de vliegvelden en de gevangenneming van koningin en regering, mislukten.

29 mei 1940: Duitse troepen op het Binnenhof tijdens de installatie van Arthur Seyss-Inquart als Rijkscommissaris voor het bezette Nederland
Nederland capituleerde desondanks op 15 mei en (ook) Den Haag werd door Duitse troepen bezet. Tijdens de Duitse bezetting (1940 - 1945) werden ongeveer 15.000 van de meer dan 17.000 Haagse Joden vermoord. De beide NSB-burgemeesters die Den Haag in die periode kende hebben hier met het Haagse politiekorps een actieve rol in gehad. De gegevens over Joden en Joodse bedrijven werden verzameld door commissaris Hol. De gevangenis van Scheveningen zou bekend komen te staan als het Oranjehotel, vanwege de grote aantallen verzetsstrijders die er tijdens de bezetting werden opgesloten. Velen van hun zouden worden geëxecuteerd op de vlakbij gelegen Waalsdorpervlakte. Ten behoeve van de aanleg van de Atlantikwall werden grote delen van Den Haag en Scheveningen door de Duitsers met de grond gelijk gemaakt. Zo'n 30.000 mensen verloren daardoor hun huis. Vanaf eind 1943 worden door de bezetters vanuit Den Haag raketten afgevuurd naar Engeland. De lanceeropstellingen staan verdekt opgesteld in diverse woonbuurten en parken. Als gevolg van mislukte lanceringen zouden tientallen burgers om het leven komen en een groot aantal huizen vernietigd worden. Op 21 november 1944 vond in Den Haag een grote razzia plaats, genaamd Operatie Sneeuwvlok, waarbij circa 13.000 Haagse mannen van 17 tot 40 jaar oud werden opgepakt, om vervolgens als dwangarbeider te worden afgevoerd.[26] Een aanzienlijk deel van hun zou daarbij de dood vinden. Tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog, op 3 maart 1945, kwamen tijdens een geallieerd bombardement 510 mensen om het leven en werden duizenden anderen dakloos. Het bombardement werd uitgevoerd door de geallieerden en had als doel de vernietiging van de mobiele V-2-lanceerinrichtingen van de Duitsers, maar de bommen vielen een paar honderd meter te ver naar het oosten.

Op 8 mei 1945 werd Den Haag bevrijd door Canadese troepen en de Prinses Irene Brigade. Net als in de rest van Nederland begon in Den Haag een periode van zuiveringen waarbij de samenleving werd gedenazificeerd. De wijk Duindorp in Scheveningen, die tijdens de bezetting door de Duitsers geheel was ontruimd, werd ingericht als gevangenkamp voor NSB'ers en collaborateurs, die er moesten wonen in afwachting van strafrechtelijk onderzoek en mogelijke berechting.

Wederopbouw (1945-1965)

Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog waren grote delen van Den Haag verwoest. In korte tijd werden daarom hele wijken uit de grond gestampt, op plekken waar de oorlog gaten had geslagen. In deze wederopbouwperiode werd het verwoestte Bezuidenhout herbouwd en ook de strook tussen Scheveningen en Den Haag die voor de Duitse verdedigingswerken waren gesloopt, werd aan de stad teruggegeven voor woningbouw. In Scheveningen en in de duinen werden vele bunkers, tankgrachten en betonnen muren gesloopt. Ook moesten in de duinen vele landmijnen en munitie worden opgeruimd. De stranden stonden vol met versperringen, die landingen van de geallieerden hadden moeten hinderen.


Zicht op de wijk Mariahoeve (2002)
Een ander gevolg van de bevrijding was een snelle groei van de bevolking. Het herstelde vertrouwen in de toekomst zorgde voor een geboortegolf, die nog meer woningbouw noodzakelijk maakte. De wijk Mariahoeve, in het noorden van Den Haag, waarvoor al ver voor de oorlog de eerste plannen waren gemaakt, kwam vanaf 1958 tot stand naar een plan van Willem Dudok en kon duizenden mensen van een nieuwe woning voorzien.
Op 1 januari 1960 telde Den Haag 605.876 inwoners. In de veertig jaar daarna zou dit aantal echter drastisch teruggelopen tot iets meer dan 441.000 inwoners in 1999.

Jaren tachtig

De plannen van het Kabinet Lubbers voor het in Nederland stationeren van Amerikaanse kruisraketten met een nucleaire lading, leidden tot de omvangrijkste betogingen uit de Nederlandse geschiedenis. Deze beweging kwam bekend te staan onder de naam Hollanditis. Zo vond er op zaterdag 29 oktober 1983 in Den Haag een vredesdemonstratie plaats waaraan 550.000 mensen deelnamen. In het Haagse Zuiderpark sprak Prinses Irene zich openlijk uit tegen de kernwapens.

21e eeuw

Met ingang van 1 januari 2002 zijn de nieuwbouwwijken Leidschenveen en Ypenburg als gevolg van grenscorrecties toegewezen aan Den Haag, ten koste van Leidschendam, Nootdorp, Pijnacker, Rijswijk en Voorburg. Het bevolkingsaantal nam na decennia van krimp weer toe en in 2016 is het aantal inwoners boven de 520.000 uitgekomen.
In 2002 wordt het Internationaal Strafhof opgericht, met als zetel Den Haag. Ook Eurojust, een agentschap van de Europese Unie ter ondersteuning van Europese gerechtelijke autoriteiten, wordt in hetzelfde jaar in Den Haag gevestigd. Deze en ook andere nieuwe vestigingen van internationale organisaties, geven Den Haag steeds meer bekendheid als “stad van internationaal recht”. De lange geschiedenis van internationaal recht in Den Haag, is de aanleiding dat in 2012 per Koninklijk Besluit aan de stad een wapenspreuk wordt verleend, als toevoeging aan het gemeentewapen: Vrede en Recht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten